Het belang van Aktie'67 in de clubgeschiedenis
De jaren zestig waren in veel opzichten mager voor – toen nog – vv Heerenveen. Sportief vanwege de anonieme rol in de tweede divisie, financieel door de enorme schuldenlast. Het einde leek zelfs nabij, totdat een aantal verontruste supporters opstond. De club werd gered door stichting Aktie’67, nog altijd een belangrijke organisatie binnen sc Heerenveen.
Zonder Aktie’67 was aan profvoetbal in Heerenveen hoogstwaarschijnlijk een einde gekomen. De nood was hoog in 1967, heel hoog. De situatie was nijpend, de ondergang dreigde. Onacceptabel, vonden supporters Jan van Sytzama en Gauke Roelinga. Het tweetal liet het er niet bij zitten, kwam in actie en mobiliseerde eind 1966 alle mensen met een pompeblêdhert.
Aktie’67 was nog in oprichting toen op 21 maart 1967 een bijeenkomst werd georganiseerd. In de plaatselijke schouwburg riepen de initiatiefnemers op te doneren om vv Heerenveen in leven te houden. De oproep was niet aan dovemansoren gericht: het streefbedrag van 100.000 gulden werd niet opgehaald, maar met 70.000 gulden kreeg de club dankzij Aktie’67 weer wat lucht.
Aktie'67 blijft actief
Het was aanvankelijk niet de bedoeling om door te gaan, maar toen het bestuur van Aktie’67 in de gaten kreeg dat er nog veel werk te verzetten was, bleef de stichting actief. Reclameborden werden verkocht, een belangrijke inkomstenbron. De opbrengst mocht worden aangewend om bijvoorbeeld spelers aan te trekken.
Vanaf 1975 ging Aktie’67 ook clubartikelen verkopen: eerst vanuit één, later vanuit twee caravans. Later ging ook de verkoop van programmaboekjes tot de werkzaamheden behoren. Het bracht voor de club behoorlijk veel geld in het laatje. Iets dat Aktie’67 tot op de dag van vandaag nog steeds doet.